Kennisbank
Hulpmiddelen
Hygiëneadvies bij inhalatie-instructie aan patiënten
Algemene hygiëneadviezen
- Pas de reguliere handhygiëne toe zoals beschreven op de site van de CAHAG
- Vraag patiënten naar symptomen van verkoudheid, keelpijn, hoesten, koorts.
Patiënten met astma en COPD hebben vaak al klachten van hoesten en/of slijmvorming. Probeer zo goed mogelijk te beoordelen welke klachten ‘normaal’ zijn.
- Stel inhalatie-instructie uit bij vermoeden van infectieuze klachten
Advies gebruik placebo’s en voorzetkamers:
- Gebruik géén placebo’s voor patiënten.
- Maak zo veel mogelijk gebruik van eigen inhalatoren/voorzetkamers van de patiënt.
- Werk als instructeur met placebomaterialen op je eigen naam.
Bestel een set placebo’s en sticker ze op naam, zodat je een eigen set hebt om instructie te geven. Kies daarvoor b.v. voor placebomaterialen uit het regionale formularium. Gaat het om een inhalator die niet in het formularium staat, dan maak je gebruik van de filmpjes op www.inhalatorgebruik.nl
Voor het bestellen van placebo’s zie de link op inhalatorgebruik.nl:
https://inhalatorgebruik.nl/placebo
- Voorzetkamers kunnen met bovenstaande algemene hygiëneadviezen en onderstaand reinigingsadvies wel meermalen gebruikt worden:
Stap 1: dip en dry voorzetkamer in een huishoudelijk sopje
Stap 2: bij voorkeur mondstuk in alcohol 70% dompelen en enkele minuten laten verdampen en buitenkant voorzetkamer met een alcoholdoekje schoonmaken;
Stap 3: indien een kunststof voorzetkamer wordt gebruikt zou opnieuw de dip en dry methode moeten worden toegepast voor een juiste werking. Omdat er echter gebruik wordt gemaakt van placebo dosisaerosolen en niet van werkzame stof kan deze laatste stap vervallen.
- Omdat de patiënt geen placebomateriaal gebruikt zijn er maar beperkte mogelijkheden voor het nadoen door de patiënt. Je kunt overwegen de patiënt een keer met de eigen inhalatoren met medicatie te laten oefenen. En indien ze niet ‘doorladen’ kun je meerdere keren de verschillende stappen met de patiënt oefenen.
- Het gebruik van incheckdial © met eenwegklep-mondstuk geeft de mogelijkheid om een (bijna) volledige inhalatiemanoeuvre door de patiënt te laten uitvoeren. Vraag daarbij aan de patiënt om dezelfde manoeuvre toe te passen als bij de eigen inhalator. Je ziet dan of de patiënt van tevoren uitademt, of hij/zij de juiste inspiratoire flow toepast en of hij/zij de adem voldoende lang vasthoudt.
- Denk eventueel ook aan gebruik van de trainers van de Diskus© en Ellipta©. Je kunt deze na gebruik aan de patiënt meegeven om thuis verder te oefenen
Advies gebruik Inceckdial © :
- Gebruik de Incheckdial© niet bij enig vermoeden van actieve verkoudheid of griep
- Gebruik de Incheckdial© alleen bij twijfel over de juiste flow voor een bepaalde inhalator of voor het trainen van de juiste flow en niet voor de keuze van de inhalator.
- Gebruik altijd een nieuw eenwegklep-mondstuk ( = geen filter). Je voorkomt daarmee dat de patiënt in het apparaat kan blazen. Deze mondstukken zijn bij meerdere bedrijven te bestellen.
- Indien er een spirometrieonderzoek wordt verricht kan hetzelfde spirometriefilter eventueel na afloop van het onderzoek gebruikt worden op de incheckdial © .
- Na gebruik desinfecteer je de buitenkant van de incheckdial© met 70% alcohol en gooi je het mondstuk of filter weg.
Bronnen:
Theorie
Inhaleren de Feiten en Fabels
Door het beschikbaar komen van veel verschillende inhalatiesystemen, waarin tientallen inhalatiemedicamenten (of combinaties daarvan) kunnen worden toegepast, heerst nog wel eens onduidelijkheid over de correcte toepassing hiervan.
In de afgelopen jaren zijn bij de stichting IMIS veel vragen binnengekomen over het gebruik van inhalatoren en de gewenste inhalatie-instructies. Op basis van die vragen zijn 30 stellingen geformuleerd met daarbij twee feiten en twee fabels. De stellingen hebben betrekking op inhalatoren, werkzame stoffen en deeltjesgrootte, het voorbereiden van de inhalatie, de inhalatietechniek en het omgaan met de inhalator. Uiteraard wordt bij elke stelling het antwoord en een toelichting gegeven.
Tip: gebruik de feiten en fabels om uw FTO interactief te maken!
Zorgpad inhalatiemedicatie
Welke mensen hebben allemaal betrokkenheid bij inhalatie instructie:
- De patiënt en zijn omgeving
- De huisarts en de praktijkondersteuner
- De Longarts en de longverpleegkundige
- De apotheker en de apothekersassistente
- De thuiszorgverpleegkundige of verzorgende
- De afdelingsverpleegkundige in het ziekenhuis
- De verpleegkundige of verzorgende in het verpleeghuis
Al deze mensen geven of ondergaan inhalatie instructie. Het is belangrijk dat de instructies op dezelfde manier gegeven worden volgens www.inhalatorgebruik.nl maar ook dat we van elkaar weten wie wat doet. Deze samenwerking is omschreven in een beleidsnotitie van de Longalliantie Nederland(LAN). Deze beleidsnotitie, Zorgpad Inhalatiemedicatie, beschrijft stap voor stap de route van diagnose naar behandelplan, naar de juiste medicatie en de goede medicatiebegeleiding. IMIS heeft speciaal voor deze samenwerking een scholing ontwikkeld om zorgverleners te helpen dit plan te implementeren in de eigen regio. Deze scholingen zijn multidisciplinair van opzet en er wordt nadrukkelijk stilgestaan bij de samenwerking naast het regionale formularium en de inhalatietechniek.
Een praktisch voorbeeld:
Een van de meest genoemde weerstanden die de apothekersassistente tegenkomt in de dagelijkse praktijk is dat de patiënt geen inhalatie instructie wil op dat moment. Allerlei redenen, ik kan het al, kost tijd, kost geld of de medicatie wordt thuisbezorgd. In dit geval kan het helpen als de voorschrijver benadrukt dat er bij de apotheek een inhalatie instructie wordt gegeven en dat deze instructie noodzakelijk is om het medicijn op de juiste wijze binnen te krijgen. Hierdoor wordt de drempel naar de instructie verlaagd en in veel gevallen de weerstand weggenomen voor de belangrijke inhalatie instructie.
Zie https://www.longalliantie.nl/
https://www.longalliantie.nl/