Kennisbank

Hulpmiddelen

Coronaprotocol

Onderstaande adviezen voor het geven van inhalatie-instructie aan patiënten zijn bedoeld voor zorgverlener in bijv. apotheken, in huisartsenpraktijken, op poli’s of bij patiënten thuis

Vooraf:

  • Denk eerst aan je eigen veiligheid.
  • Is de ruimte groot genoeg om 1,5 m afstand te houden? Is er goede ventilatie/ kan een raam open? Zo niet, dan geef je daar geen instructie.
  • Een veiligheidsscherm kan behulpzaam zijn.
  • Vraag patiënten naar symptomen van verkoudheid, keelpijn, hoesten, koorts.

Patiënten met astma en COPD hebben vaak al klachten van hoesten en/of slijmvorming. Probeer zo goed mogelijk te beoordelen welke klachten ‘normaal’ zijn. Zijn er ‘nieuwe klachten’ dan geef je geen instructie, maar blijft de patiënt thuis.

  • Overweeg de mogelijkheid van beeldbellen.
  • Bij twijfel geef je geen live- instructie!

Advies gebruik placebo’s:

  • Gebruik geen placebo’s voor patiënten
  • Werk met placebomaterialen op naam van een instructeur. Bestel bijv. 4 of 5 sets placebo’s en sticker ze op naam, zodat in ieder geval 4 of 5 assistenten een eigen set hebben om instructie te geven. Kies daarvoor bijv. voor placebomaterialen uit het regionale formularium. Gaat het om een inhalator die niet in het formularium staat, dan maak je gebruik van de filmpjes op inhalatorgebruik.nl

Voor het bestellen van placebo’s zie de link op inhalatorgebruik.nl:

https://inhalatorgebruik.nl/nl/placebo

  • Omdat de patiënt geen placebomateriaal gebruikt zijn er maar beperkte mogelijkheden voor nadoen door de patiënt. Je kunt overwegen de patiënt een keer met de eigen inhalatoren met medicatie te laten oefenen. En indien ze niet ‘doorladen’ kun je vele malen de verschillende stappen met de patiënt oefenen.
  • Denk eventueel ook aan gebruik van de trainers van Turbuhaler©, Diskus© en Ellipta©. Je kunt deze na gebruik aan de patiënt meegeven om thuis verder te oefenen
  • Overweeg steeds de mogelijkheid van

Advies gebruik Incheck-dial © :

  • Gebruik de Incheck-dial© terughoudend en alleen onder onderstaande voorwaarden.
  • Gebruik hem niet bij enig vermoeden van actieve verkoudheid of griep
  • Gebruik altijd een nieuw eenwegklep-mondstuk. Je voorkomt daarmee dat de patiënt in het apparaat kan blazen. Deze mondstukken zijn te bestellen bij PT-medical.

https://www.pt-medical.nl/disposable-mondstuk-met-1-weg-klep-inspiratoir-100-stuks.html

  • Gebruik het hulpmiddel alleen bij twijfel over de juiste flow of voor het trainen daarvan en niet voor de keuze van de inhalator.
  • Na gebruik desinfecteer je de buitenkant en gooi je het mondstuk weg.

Advies instructie geven aan de patiënt:

  • We gebruiken daarvoor de aangepaste IRW-methode
  • Ga niet in de ademstroom zitten van patiënten, maar laat de patiënt ook niet in jouw ademstroom zitten. Een kwartslag gedraaid is daarbij een goede positie.
  • Maak gebruik van de ‘aangepaste’ IRW-methode voor het geven van instructie. De aanpassing betreft stap 4: het uitvoeren van de handeling door de patiënt. Dat kan niet met een placebo, maar moet nu met eigen inhalator/medicatie.
  • De methode voor een eerste instructie in het kort:
  1. Doe de inhalatiehandeling voor met je eigen placebomateriaal zonder aanwijzingen
  2. Doe de handelingen stap voor stap nogmaals voor en dan met aanwijzingen
  3. Doe de handelingen nogmaals en vraag de patiënt jou de aanwijzingen te geven
  4. De patiënt voert de inhalatie uit met eigen inhalator met of zonder medicatie en je corrigeert waar nodig
  5. Je reikt de instructiekaart/ gebruiksaanwijzing uit en wijs de patiënt op de filmpjes: inhalatorgebruik.nl
  • De methode voor een herhaalinstructie: laat de patiënt de handeling uitvoeren met de eigen inhalator.
  • Kleine fouten kun je mondeling corrigeren.
  • Bij grote fouten voer je de instructie uit volgens het stappenplan voor een eerste instructie!

Overig

  • De apotheek is niet de enige organisatie die inhalatie instructie geeft, maar ook de praktijkondersteuner bij de huisarts of de thuiszorgverpleegkundige geeft instructie. Vraag altijd aan de patiënt of hij/zij recent al instructie heeft gehad. Werk samen met de praktijkondersteuner of thuiszorgverpleegkundige zodat je dezelfde instructie geeft en stem af wie wat doet. Werk je in een gezondheidscentrum kijk dan of er geschikte ruimtes zijn binnen het centrum om inhalatie- instructie te geven.
  • Er zijn instructie materialen beschikbaar op stichtingimis.nl die ook kunnen helpen, bijvoorbeeld posters op A3 formaat met per inhalatieapparaat een QR code die patiënten kunnen scannen met hun telefoon. Hiermee krijgen ze het filmpje van het voorgeschreven inhalatie apparaat op hun telefoon.

Theorie

Inhaleren de Feiten en Fabels

Feiten en fabels over inhalerenDoor het beschikbaar komen van veel verschillende inhalatiesystemen, waarin tientallen inhalatiemedicamenten (of combinaties daarvan) kunnen worden toegepast, heerst nog wel eens onduidelijkheid over de correcte toepassing hiervan.

In de afgelopen jaren zijn bij de stichting IMIS veel vragen binnengekomen over het gebruik van inhalatoren en de gewenste inhalatie-instructies. Op basis van die vragen zijn 30 stellingen geformuleerd met daarbij twee feiten en twee fabels. De stellingen hebben betrekking op inhalatoren, werkzame stoffen en deeltjesgrootte, het voorbereiden van de inhalatie, de inhalatietechniek en het omgaan met de inhalator. Uiteraard wordt bij elke stelling het antwoord en een toelichting gegeven.

Tip: gebruik de feiten en fabels om uw FTO interactief te maken!

Zorgpad inhalatiemedicatie

Welke mensen hebben allemaal betrokkenheid bij inhalatie instructie:

  • De patiënt en zijn omgeving
  • De huisarts en de praktijkondersteuner
  • De Longarts en de longverpleegkundige
  • De apotheker en de apothekersassistente
  • De thuiszorgverpleegkundige of verzorgende
  • De afdelingsverpleegkundige in het ziekenhuis
  • De verpleegkundige of verzorgende in het verpleeghuis

Al deze mensen geven of ondergaan inhalatie instructie. Het is belangrijk dat de instructies op dezelfde manier gegeven worden volgens www.inhalatorgebruik.nl maar ook dat we van elkaar weten wie wat doet. Deze samenwerking is omschreven in een beleidsnotitie van de Longalliantie Nederland(LAN). Deze beleidsnotitie, Zorgpad Inhalatiemedicatie, beschrijft stap voor stap de route van diagnose naar behandelplan, naar de juiste medicatie en de goede medicatiebegeleiding. IMIS heeft speciaal voor deze samenwerking een scholing ontwikkeld om zorgverleners te helpen dit plan te implementeren in de eigen regio. Deze scholingen zijn multidisciplinair van opzet en er wordt nadrukkelijk stilgestaan bij de samenwerking naast het regionale formularium en de inhalatietechniek.

Een praktisch voorbeeld:
Een van de meest genoemde weerstanden die de apothekersassistente tegenkomt in de dagelijkse praktijk is dat de patiënt geen inhalatie instructie wil op dat moment. Allerlei redenen, ik kan het al, kost tijd, kost geld of de medicatie wordt thuisbezorgd. In dit geval kan het helpen als de voorschrijver benadrukt dat er bij de apotheek een inhalatie instructie wordt gegeven en dat deze instructie noodzakelijk is om het medicijn op de juiste wijze binnen te krijgen. Hierdoor wordt de drempel naar de instructie verlaagd en in veel gevallen de weerstand weggenomen voor de belangrijke inhalatie instructie.

Zie https://www.longalliantie.nl/projecten/zorgpad-inhalatiemedicatie/ of

https://www.longalliantie.nl/content/LAN_Zorgpad_inhalatiemedicatie_2019.pdf

 

Voorzetkamerstudie Paul Hagedoorn